Hoge energierekeningen: wat weten we en wat kunnen we doen?
Wat kunnen we doen aan de hoge energierekening? Hoe zorgen we ervoor dat huishoudens hun energierekening kunnen blijven betalen en financieel het hoofd boven water houden? Wat doet de CDA-fractie in de Tweede Kamer aan dit steeds groter wordende probleem? Maken jullie je er zorgen over? (Ja, natuurlijk!) In deze blog geef ik graag rekenschap van het werk dat ik de afgelopen maanden op dit vraagstuk heb gedaan, maar ik geef ook graag inzicht in de complexiteit van het probleem.
Het is niet zo moeilijk om het kabinet te wijzen op het probleem van de hoge energierekening en haar te vragen dit probleem zo snel mogelijk op te lossen. Elke partij in de Tweede Kamer wil dat dit probleem wordt opgelost en ik maak me ook grote zorgen over de huishoudens die hun energierekening niet meer kunnen betalen, met alle schrijnende gevolgen die daarbij horen. Het is echter niet mijn stijl om alleen maar de problemen te benoemen; ik wil ook graag oplossingen aanleveren en meedenken. In dit geval liggen de oplossingen helaas niet voor het oprapen en is het probleem echt complex.
Het probleem van de hoge energieprijzen speelt sinds de oorlog in Oekraïne uitbrak, maar eigenlijk al eerder. De afgelopen maanden heb ik geprobeerd de ontwikkelingen zo goed mogelijk te volgen. Bijvoorbeeld door analyses en rapporten die worden gepubliceerd over de situatie in de energiemarkt te lezen, door schriftelijke vragen te stellen aan het kabinet, door meerdere keren per week de actuele prijsontwikkelingen op de elektriciteits- en gasmarkt te bekijken, door regelmatig op de websites van energieleveranciers te kijken naar de contracten die zij op dat moment aanbieden, door talloze gesprekken te voeren met experts en door zelf sommen en spreadsheets te maken.
Met de energiebedrijven voer ik al een paar maanden het gesprek over een geschikte manier om huishoudens met een lager inkomen en een hoge energierekening te compenseren. De voorstellen die zij presenteerden vorige week waren dus niet nieuw voor me; daarover voerden we al het gesprek. Helaas is het probleem zodanig complex, dat een makkelijke oplossing niet voor de hand ligt.
Om tot een concrete maatregel of een pakket maatregelen te komen, zijn drie dingen nodig: 1) een goed inzicht in de omvang van het probleem, zoveel mogelijk gebaseerd op feiten en correcte, actuele informatie; 2) mogelijke maatregelen, inclusief concrete uitwerking en analyse van de uitvoerbaarheid, en een afweging tussen de voor- en nadelen van deze maatregelen; en 3) een financiële dekking.
Om bij het derde punt te beginnen: geen enkele maatregel is gratis. Wanneer het kabinet extra geld steekt in compensatie van de energierekening, betekent dit dat het geld niet aan iets anders (zorg, onderwijs, klimaat, etc.) besteed kan worden. Het is aan de politiek om deze keuze in de verdeling van de uitgaven en de inkomsten (belastingen) te maken. Toch denk ik dat de eerste twee punten lastiger zijn.
Op welke cijfers baseren we ons?
Allereerst moeten we een goed inzicht hebben in de omvang van het probleem. Toen het kabinet vorig jaar een pakket maatregelen presenteerde om de kosten van energie te beperken, was al snel de kritiek dat de maatregelen te ongericht waren. Ook nu lees je dat alle experts zeggen: doe het zo gericht mogelijk. Concreet betekent dat dat de compensatie vooral naar de huishoudens moet gaan die dat het meeste nodig hebben.
Maar hoe weten we welke huishoudens dat zijn en welke compensatie zij nodig hebben? De overheid heeft geen inzicht in het energieverbruik van huishoudens en ook niet in de energiecontracten die zij hebben. We zullen het dus moeten doen met openbare cijfers, met gemiddelden, met informatie die we vanuit de energiemarkt krijgen. Maar daar moeten we tegelijkertijd erg mee oppassen.
Neem bijvoorbeeld de recente berichtgeving van Gaslicht.com over de stijgende energierekening. ‘Nieuw energiecontract dik 4.000 euro duurder dan een jaar geleden’, kopte NU.nl. Dit zijn enorme bedragen en terecht maken veel mensen (en politici) zich grote zorgen over de energierekening. Maar als Kamerlid kan ik niet zomaar afgaan op deze berichten, maar moet ik echt begrijpen wat er aan de hand is. Anders kan ik geen robuuste voorstellen doen. Er zijn namelijk twee belangrijke kanttekeningen te plaatsen bij de analyse van Gaslicht.com.
In de eerste plaats is gerekend met een gemiddeld energieverbruik van een gemiddeld huishouden. Maar hoe weten we wat dat gemiddelde verbruik is? Gaslicht.com gaat uit van 3.500 kWh elektriciteit en 1.500 m3 aardgas per jaar, maar dat lijkt aan de hoge kant. Het CBS gaat uit van fors lagere gemiddelden. Maar ook de cijfers van het CBS zijn ‘vervuild’: in de cijfers is niet gecorrigeerd voor woningen op stadsverwarming en ook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen woningen met en zonder zonnepanelen. Voor de energierekening maakt dat echter heel veel uit. Wat zich hier wreekt is dat we dus geen adequate cijfers hebben van het gemiddelde energieverbruik voor verschillende type huishoudens. (Gaslicht.com gaat uit van de cijfers die klanten zelf invullen.) Wat we bijvoorbeeld ook weten is dat huishoudens met een lager inkomen gemiddeld ook minder energie verbruiken. Ook dat zou dus moeten worden meegenomen in de analyse. Sowieso is het altijd risicovol om je blind te staren op gemiddelden. Zoals het FD liet zien, zijn er ook veel huishoudens die er (nog) helemaal niet op achteruit zijn gegaan. En wat dacht u van een gezin met vier puberende kinderen? Daar zal het energieverbruik veel hoger zijn dan het gemiddelde. Kijk dus uit met gemiddelden!
Maar een nog fundamenteler punt bij de berekening van Gaslicht.com is dat de prijzen gelden voor een nieuw contract dat wordt afgesloten, het zogenaamde ‘modelcontract’. Deze zijn echter niet representatief voor huishoudens met variabele tarieven die niet overstappen naar een andere leverancier. (Hieronder zal ik dit probleem uitgebreider beschrijven, want hier zit echt een flink probleem.) De energiemarkt zit op dit moment volledig op slot en het aantal klanten dat overstapt, is vermoedelijk minimaal. Behalve de huishoudens die moeten overstappen vanwege faillissement van de energieleverancier of een verhuizing.
Een ander bericht dat veel aandacht kreeg, was dat de Nederlandse energieleveranciers hogere prijzen rekenen dan elders in Europa. Dat zou blijken uit de Household Energy Price Index (HEPI) van drie Europese onderzoeksbureaus. Maar ook hier kunnen wat kanttekeningen geplaatst worden. We weten dat de gas- en elektriciteitsprijzen in Nederland hoger liggen dan in andere landen. Dat komt onder andere door de relatief hoge energiebelasting. Maar tegelijkertijd is er in Nederland de ‘belastingvermindering energiebelasting’. Dat is een fors bedrag dat in mindering komt op de energierekening. Door alle maatregelen die het kabinet heeft genomen, is de energiebelasting (energiebelasting plus opslag duurzame energie minus belastingvermindering) die een gemiddeld huishouden betaalt dit jaar zo goed als nihil. Dat komt niet goed tot uitdrukking in de overzichten van HEPI. Bovendien blijkt dat in Duitsland niet de tarieven worden aangeboden zoals in het overzicht van HEPI is weergegeven.
In principe hebben alle lidstaten te maken met dezelfde hoge gasprijzen. Deze moeten dus hoe dan ook ergens, door iets of iemand, betaald worden, vroeger of later. Van experts begrijp ik dat Nederlandse energiebedrijven een ‘korte inkoopstrategie’ hanteren. Dat heeft voor- en nadelen. Het nadeel is natuurlijk dat de hoge energieprijzen snel worden doorberekend aan de klant. In andere landen is er meer ‘vertraging’ in de doorberekening van die prijzen. Het voordeel is dat als de prijzen weer dalen, ook dat in Nederland sneller te merken is. Overigens heeft Duitsland aangekondigd een extra heffing te introduceren om die hogere inkoopkosten van gas toch te gaan doorberekenen. Daarnaast is er bij sommigen het vermoeden dat er sprake is van speculatie op de gasmarkt. Ook speelt mee dat België haar LNG-import in Zeebrugge niet voldoende kwijt kan op de Europese gasmarkt en dat leidt dus tot een lagere gasprijs in België.
Ik zie ook veel berichten langskomen waarin klanten van energieleveranciers hele forse stijgingen van de voorschotbedragen voor hun kiezen krijgen. Dat is logisch als de energieprijzen fors stijgen, maar toch heb ik ook het vermoeden dat sommige energieleveranciers van de gelegenheid misbruik maken om de voorschotbedragen onnodig hoog te maken. Ik duik daar de komende dagen nog verder in.
De bovenstaande alinea’s laten hopelijk voldoende zien dat het erg lastig is om betrouwbare cijfers te krijgen waarop ik me kan baseren. Ook de ministeries hebben deze cijfers vaak niet, is mijn ervaring.
Welke oplossingen zijn er?
Het is niet zo moeilijk om in abstractie allerlei oplossingen te verzinnen. Het probleem zit vaak in de uitvoerbaarheid ervan. Ik zal niet alle oplossingen die zijn aangedragen hier bespreken, maar in algemene zin geldt: hoe gerichter de compensatie, hoe lastiger de maatregel uitvoerbaar zal zijn. Hierin moet dus een balans gezocht worden. Compensatie kan gezocht worden binnen of buiten de energierekening (of een combinatie van beide). Compensatie buiten de energierekening betekent dat er wordt gekeken naar algemene belastingen of toeslagen. Via deze route zal de compensatie minder gericht zijn dan via de energierekening, omdat de verbruikscomponent ontbreekt. Denk bijvoorbeeld aan een huishouden met een laag inkomen, maar met een sociale huurwoning die vorig jaar is gerenoveerd naar energieneutraal. Dit huishouden heeft minder compensatie nodig dan een vergelijkbaar huishouden dat in een tochtige huurwoning met energielabel G woont. Maar compensatie via de energierekening is weer om andere redenen lastig. Ik noem een paar aandachtspunten.
Ik verwacht dat eind van dit jaar zo’n 90% van de huishoudens te maken heeft met variabele tarieven en dus te maken krijgt met de hogere energieprijzen. Dat maakt de compensatie in zekere zin gerichter.
De energieleveranciers hebben recent een voorstel gedaan voor een zogenaamde inkomensafhankelijke verhoging van de belastingvermindering energiebelasting (IAB). Het is één van de maatregelen die is onderzocht door CE Delft in opdracht van Eneco. Volgens de energieleveranciers is deze maatregel vooral gericht op de huishoudens die het echt nodig hebben en blijft ook de prikkel om energie te besparen bestaan.
Het idee van de IAB is het overwegen waard. Maar ik zie ook een aantal bezwaren. In de eerste plaats zal er een vorm van overdracht moeten zijn van data over welke huishoudens in aanmerking komen voor de IAB, namelijk de huishouden met een lager inkomen. Wellicht dat daar een bestaand portal voor kan worden gebruikt dat ook gebruikt wordt door woningcorporaties. Maar de politieke vraag is wel: willen we dat energieleveranciers deze gegevens in bezit hebben? Ik kan me namelijk voorstellen dat energieleveranciers hier ook misbruik van zouden kunnen maken, omdat zij hiermee data hebben over klanten met een hoger risicoprofiel.
Een andere belangrijke vraag is: kan de Belastingdienst deze maatregel in haar systemen kwijt? Ik heb begrepen dat dat niet het geval is voor 2024. Dus deze oplossing lijkt niet snel te kunnen worden uitgevoerd.
Moeten we de energieprijzen niet gewoon vastzetten? Ook dat is een voorstel dat door sommigen is gedaan. Maar ook hier zitten flinke nadelen aan. In de eerste plaats zullen de lagere energieprijzen voor iedereen gaan gelden, ook voor de huishoudens met een verwarmd zwembad en drie badkamers. Deze forse ingreep in de energiemarkt is niet gratis, want energieleveranciers zullen gecompenseerd willen worden voor alle misgelopen inkomsten. Daarnaast zal een dergelijke marktingreep leiden tot verkeerde prikkels voor energieleveranciers: de concurrentie tussen leveranciers zal wegvallen en dat beloont de slecht presterende en benadeelt de goed presterende leveranciers. De energiemarkt zal hierdoor dus slechter gaan functioneren.
Kunnen we de compensatie dan niet vooral via de gemeenten laten lopen? Dan kunnen huishoudens met een energierekening en een loonstrook in de hand naar de gemeente en die kan dan beoordelen of er compensatie mogelijk is. De vraag is hier vooral: kunnen de gemeenten dit aan? Wat als er honderdduizenden huishoudens naar het gemeenteloket gaan, hebben gemeenten daar op dit moment überhaupt de capaciteit voor? Zeer waarschijnlijk niet.
Er zijn nog veel meer oplossingen aangedragen en ik zal ze niet allemaal langslopen. Wat ik vooral duidelijk wil maken dat er geen silver bullet is. Veel van de aangedragen oplossingen heb ik de afgelopen weken besproken met mensen in het veld. Ik blijf puzzelen en sta uiteraard open voor alle goede, creatieve ideeën.
Het probleem met het modelcontract
De afgelopen dagen ben ik tijdens het checken van energieprijzen op de websites van energieleveranciers en de contracten die zij aanbieden gestuit op de problematiek die speelt rondom het zogenaamde ‘modelcontract’. Energieleveranciers zijn verplicht altijd een modelcontract voor gas en elektriciteit aan te bieden. Een modelcontract is een energiecontract met variabele tarieven en een contractduur voor onbepaalde tijd.
In het verleden heeft de ACM energieleveranciers op de vingers getikt omdat zij deze modelcontracten niet aanboden. Ik heb het vermoeden dat ook nu sommige leveranciers geen modelcontract meer aanbieden. Dat mag dus niet. Sowieso heb ik sterk het vermoeden dat energieleveranciers bestaande klanten proberen te behouden, maar nieuwe klanten als een risico zien en daarom hoge tarieven in rekening brengen.
Als ik naar mijn eigen energieleverancier kijk (één van de grote leveranciers), dan zie ik dat ik de volgende tarieven betaal (variabele tarieven, contract voor onbepaalde tijd): €0,2107 per kWh voor elektriciteit en €0,9207 per m3 aardgas (exclusief btw, overheidsheffingen, kortingen). Als ik dat vergelijk met de tarieven die dezelfde energieleverancier in rekening brengt als ik overstap op hun modelcontract, dan is het verschil enorm: €0,5038 per kWh en €2,2676 per m3. Dit scheelt meer dan een factor 2! Als ik het verschil uitreken voor een energieverbruik van 3.000 kWh en 1.500 m3, dan komt het verschil uit op € 2.900 (excl. btw). Omdat de analyse van Gaslicht.com gaat over de modelcontracten, komen er dit soort enorme bedragen uit; bedragen die voor klanten die bij een energieleverancier blijven zitten dus niet gelden, maar alleen voor klanten die (moeten) overstappen. (We moeten dus erg uitkijken dit soort analyses leidend te laten zijn in politieke keuzes!)
Waarom zijn deze modelcontracten zo duur? Dat heeft alles te maken met een risicopremie die leveranciers in rekening brengen. Het modelcontract is namelijk elk moment weer opzegbaar voor een klant. Voor een energieleverancier brengt dat een flink risico met zich mee, want een leverancier moet voor deze klant wel stroom en gas inkopen. De leverancier kan geen opzegvergoeding in rekening brengen en dat risico wordt dus vooraf in de prijs verwerkt. Als een klant na het aangaan van het modelcontract bij de leverancier blijft, gaat deze na een paar maanden over op een contract met onbepaalde looptijd en variabele tarieven.
Overigens ligt hier ook de oplossing: de ACM zou het energieleveranciers mogelijk moeten maken om weer jaarcontracten te sluiten inclusief opzegvergoeding die hoog genoeg is om klanten aan zich te binden en de kosten voor vertrek naar een andere leverancier te dekken. Dat klinkt paradoxaal, maar het stelt energieleveranciers in staat om weer normale energiecontracten te gaan aanbieden met veel lagere tarieven dan het modelcontract. Ik zal dit voorstel verder uitwerken en bij de ACM en de minister onder de aandacht brengen als één van de manieren om de energierekening meer in het gareel te krijgen. We zijn te ver doorgeschoten in de flexibilisering van de energiemarkt en daar betalen we nu de prijs voor.
Is salderen nog sociaal?
Er is nog een ander aspect dat de discussie over de energierekening nog complexer maakt. Dat gaat over het salderen van zonnestroom door huishoudens met zonnepanelen. Ik ga daar nu niet uitgebreid op in, maar zal dat op een later moment doen. Maar in het kort komt de discussie hierop neer: betalen huishoudens zonder zonnepanelen nu niet teveel mee aan huishoudens met zonnepanelen? Een energieleverancier is namelijk vanwege de salderingsregeling verplicht om klanten met zonnepanelen voor de stroom die zij terugleveren aan het elektriciteitsnet hetzelfde bedrag te vergoeden als deze klanten moeten betalen als ze stroom van het net gebruiken. Dat lijkt eerlijk, maar dat is het eigenlijk toch niet. Want op een zonnige dag is de elektriciteit die door klanten aan het net wordt geleverd veel minder waard op de elektriciteitsmarkt. De energieleverancier moet erop toeleggen. Deze kosten worden uitgesmeerd (gesocialiseerd) over de andere klanten. Deze betalen dus indirect mee aan de zonnepanelen bij hun buren. Ook zijn energieleveranciers meer onbalanskosten kwijt voor klanten met zonnepanelen en ook deze kosten worden gesocialiseerd. Het is belangrijk dat huishoudens gestimuleerd worden om zonnepanelen te installeren en ook een eerlijke terugverdientijd krijgen. De huidige hoge elektriciteitsprijzen in combinatie met de salderingsregeling heeft ervoor gezorgd dat zonnepanelen heel snel zijn terugverdiend.
Het is me nog niet gelukt een indicatie te krijgen van de omvang van deze uitruil van kosten tussen huishoudens met en zonder zonnepanelen. De berekening zal niet eenvoudig zijn. Er ligt een wetsvoorstel om de salderingsregeling aan te passen op deze punten. De vraag is of de huidige hoge energieprijzen en de verwachting dat de energieprijzen ook langjarig hoger zullen zijn, niet vraagt om aanpassing van dat wetsvoorstel.
Tot slot
Deze blog is veel langer geworden dan ik vooraf dacht. Ik besef dat het veel informatie is met veel open einden en vragen. De informatie en overwegingen die ik beschrijf, zijn het resultaat van veel lezen, bellen, mailen en puzzelen met cijfers. Ik wil ook allerminst de indruk wekken dat het allemaal wel meevalt. Absoluut niet. Terwijl ik deze blog schreef, kreeg ik de berichten binnen van huishoudens die hun termijnbedragen fors zien stijgen en bang zijn de rekening niet meer te kunnen betalen. Maar juist deze berichten motiveren me om me zo diep met de inhoud bezig te houden. Want alleen dan kunnen we met kennis van zaken tot robuuste oplossingen komen.