Voorbij de ikkigheid
Vanmorgen, op de valreep van het jaar 2022, las ik over een oud Joods verhaal. Dat verhaal gaat zo.
Mendel ontmoet David. Hij zegt: ‘Beste vriend, vertel eens, hoe gaat het? Ik heb weinig tijd, dus hou het bij één woord.’ David zegt: ‘Eén woord? Goed.’ Mendel zegt: ‘Dat is wel heel summier. Twee woorden dan. Hoe gaat het?’ David antwoordt: ‘Twee woorden? Niet goed.’
Dit verhaal vat de stemming in ons land goed samen. Het SCP schrijft in haar Burgerperspectieven dat veel mensen zich zorgen maken over de stijgende prijzen, maar ze geven de eigen situatie in ruime meerderheid een voldoende. Mensen maken zich vooral zorgen over de politiek, de wooncrisis en de manier van samenleven. Het vertrouwen in de politiek blijft laag. De slechte omgangsvormen worden genoemd, als ook een gebrek aan daadkracht en moraliteit.
Als lid van de Tweede Kamer trek ik me deze kritiek van de samenleving aan. Er wordt gesproken over de hoge werkdruk in de Tweede Kamer. Ik denk dat hard werken en lange dagen maken niet de belangrijkste oorzaak is. Een belangrijke bron van stress is de cultuur van cynisme in de Tweede Kamer. Zo ervaar ik dat zelf althans. In de huidige politieke cultuur is wantrouwen en cynisme een politiek verdienmodel geworden. Maar cynisme is een gif dat het vertrouwen van burgers in elkaar en in de politiek ondergraaft.
Tegelijkertijd begrijp ik ook dat mensen soms het vertrouwen in de overheid zijn kwijtgeraakt. De ouders die in de Toeslagenaffaire door de overheid hard in de steek zijn gelaten. De inwoners in het aardbevingsgebied in Groningen die nog steeds niet goed geholpen zijn. Of de boeren die in een enorme onzekerheid zitten.
Er is geen politicus die niet wil dat deze problemen snel door de overheid worden opgelost en mensen recht wordt gedaan. Toch kan hier een politiek van wantrouwen en cynisme niet het antwoord zijn. Want wat ik vaak mis in de analyses is een besef van menselijk feilbaarheid. Wij, mensen, maken fouten, hebben het soms mis en het kwaad begaan we vaak eerst in kleine stappen voordat het grote vormen aanneemt. Kwaad op kousenvoeten, noemde Govert Buijs dat. Het overkomt ons allemaal en daarom is een zekere mildheid over het falen van anderen gerechtvaardigd.
Het is te makkelijk om één persoon, één bedrijf of één organisatie de zondebok te maken voor een probleem. Ook al is dat, politiek gezien, aantrekkelijk om te doen.
Het afgelopen jaar heb ik honderden emails ontvangen en beantwoord over de hoge energierekening. Daar zaten ook erg trieste situaties tussen. Ik heb mensen kunnen helpen, maar de moeilijkste emails waren degene die ik niet goed kon beantwoorden omdat er geen directe oplossing voorhanden was. Niet omdat de wil er niet was, maar omdat de uitvoering voor de overheid te complex was. Dat is pijnlijk.
Maar het laat ook iets anders zien: we zijn echt teveel gaan verwachten van de overheid. De afgelopen decennia is het sociale weefsel van onze samenleving verkruimeld, zoals psychiater Dirk De Wachter dat noemt. “Mijn leven krijgt zin omdat het in de blik van de ander wordt gezien. In onze verkruimelde samenleving, waar meer en meer ikkigheid en individualiteit ontstaan is, is dat een probleem.”
In vroeger tijden vormde de samenleving, gemeenschappen, sterke families, religieuze gemeenschappen en andere maatschappelijke verbanden een belangrijke buffer tussen het individu enerzijds en de overheid en het bedrijfsleven anderzijds. Met de verkruimeling van die gemeenschappen staat het individu nu te vaak alleen in een gure wind. Het individu mist de geborgenheid van een gemeenschap die hem of haar opvangt als het tegenzit. Nu wordt de oplossing van de overheid verwacht, maar de overheid kan dat gat nooit naar tevredenheid opvullen.
Eerder schreef ik dat het verschil tussen een politiek van wantrouwen en cynisme en een politiek van hoop voor mij belangrijk is. Een politiek van hoop is een politiek die durft te erkennen dat we als mensen vaak tekort schieten, dat we elkaar daarom nodig hebben, maar dat we zijn doorgeslagen in onze individualisering. Een politiek van hoop durft weer te bouwen aan een sterke samenleving en sterke gemeenschappen. Een politiek voorbij de ikkigheid. Dat is mijn wens voor het komende jaar.
Ik wens u een voorspoedig 2023!